Wannes Van de Velde


Home > Meer Antwerps > Wannes Van de Velde

Als liedjeszanger blijf je een ludiek verschijnsel

Antwerpen en Spanje, ze zijn niet van elkaar weg te denken. Er is immers zo veel in deze prachtige stad dat aan het zonnige zuiderse land herinnert. Wannes Van de Velde bij voorbeeld. Een typisch Antwerps produkt, maar net zo goed een Spanjaard in het hart en de nieren van zijn muziek. Op 29 april 1937 werd hij geboren in Antwerpen. Zijn eerste liedjes leerde hij van zijn vader (in de Seefhoek kende overigens iedereen Jaak Van de Velde als volkszanger), van zijn grootvader en van de gelegenheidszangers in de café's uit de buurt. Het was een tijd toen men die niemandalletjes nog "straatliedjes" noemde. Wist Wim - Wannes werd hij pas later - toen overigens veel dat hij met diezelfde liedjes ooit als Antwerpens volkszanger nummer één zou geboekstaafd worden, of als kleinkunstenaar...

Wim dacht toen overigens nog niet aan muziek. Schilder wilde hij worden, en dus kwam hij op vijftienjarige leeftijd terecht op de akademie om er plastische kunsten te volgen. Intussen was er toch ook al de gitaar. Lessen klassieke gitaar bij Ilse Alfonso. En zo komen we dan bij Spanje terecht. Nino de San Andres, de jongen van het Sint-Andrieskwartier, noemde hij zich als hij Spaanse gitaar speelde. Maar toch, er waren nog altijd die "straatliedjes" van vroeger. Sedert 1966 vormt hij een vast team met violist Flor Hermans, fluitist Walter Heynen en akkordeonist Bernard van Lent. Met op het repertoire die straatliedjes, die nu opeens volksliedjes zijn gaan heten.

"Ik versta hem niet, maar het is prachtig wat hij daar zingt en speelt," zei Louis Van Dijck ooit toen hij Wannes voor het eerst bezig zag en hoorde. Wie zijn werk kent, beaamt die lof, al scheelt het natuurlijk wel een heel pak wanneer je hem wél verstaat.

Net zoals zovele andere volkszangers blikt ook Wannes Van de Velde vol nostalgie terug op het verleden van zijn stad, die men stilaan aan het verloederen is.
"Als ik denk aan de Zirkstraat zoals die vroeger was, dan zou ik wel kunnen huilen. Die kant was gewoon uniek. Dat leefde daar. Een echt stukje zuiden. Het reële leven van de stad. En de regen daar! Die had een eigen reuk. Men had er het veilige gevoel van de beslotenheid van de stad. Gebakken vis en natte stenen. En de reuk van 't Scheld!"

Het zijn allemaal dingen die Wannes nu in zijn liedjes bezingt. Liedjes die een soort onmachtig afreageren zijn van iets waar hij wél iets zou willen aan doen, terwijl hij er zich drommels goed van bewust is dat het vechten tegen de bierkaai is. Want met liedjes verander je nu eenmaal de wereld niet.

"Ik ben zachtmoediger geworden," zegt hij dan ook. "Na al die jaren heb ik eindelijk ingezien dat je als liedjeszanger niets kan veranderen, je blijft gewoon een ludiek verschijnsel. Naar mijn liedjes wordt wel geluisterd, maar de kritiek die je in vele daarvan kan horen, wordt gewoon niet ernstig genomen. Ik ben daar realistisch in geworden, niet meer zo bitter als vroeger. Wat helpt het trouwens om kwaad te worden? Ze hebben van mijn geboortewijk één grote puinhoop gemaakt. Maar gelukkig heeft men ook hier en daar ingezien dat dat een praktisch onherstelbaar kwaad was, en men probeert er alsnog te redden wat er te redden valt. En dat is dan toch ook al iets waar men blij moet om zijn. Een mens kan niet blijven jammeren."

Wat maar weer eens illustreert dat een volkszanger niet bepaald een wereldvreemd iemand moet zijn, die zwelgt in het verleden en zich van het nu niets aantrekt. Wannes Van de Velde mag er zich dan wel van bewust zijn dat hij met zijn liedjes de wereld niet kan veranderen, hij is er zich ook degelijk van bewust dat hij een eigen taak te vervullen heeft.

"De taak van een volkszanger bestaat erin het specifieke, het autentieke van een volk te zoeken," meent hij. "Ik probeer dan ook helemaal niet een rekonstruktie te brengen van de oude Vlaamse volksmuziek. Wat mij bezighoudt, is wat er leeft onder de mensen van deze tijd. Met dien verstande dat niet ik het belangrijkste ben, maar wel mijn liedjes."

Behoudens met zijn eigen liedjesrepertoire, is Wannes Van de Velde geruime tijd zeer bedrijvig geweest bij de Internationale Nieuwe Scène. Met als drijfveer zijn bewondering voor Dario Fo.
"Wat die man doet, is uniek in Europa," meent hij. "Rasecht volksteater, met prachtige, niet te moeilijke en verschrikkelijk reële teksten. Wat onder de mensen leeft, dat weet hij op het toneel te zetten."

Hij kan over Antwerpen niet zwijgen. Houdt van de oude stad. "Antwerpen is een hoer," zegt hij. "Een handelsstad. Maar dat is nog geen reden om er een spookstad van te maken."

Wie weet, misschien kunnen zijn liedjes dat toch wél helpen voorkomen.